Raadhuisplein 3
Deze in het oog springende langgevelboerderij is gebouwd rond 1850 en beslaat een oppervlak van dertig bij tien meter. Lange tijd woont Janus van Abeelen in de boerderij, geboren op 22 februari 1866 en werkzaam als boer en kruidendokter. Hij ‘geneest’ de dorpsbevolking met ‘zalfjes en mengseltjes van abeelekesbloemekes’. Het pand wordt nu bewoond door twee gezinnen. Meestal krijgt een verdeelde boerderij twee voordeuren. Ook deze boerderij heeft twee hoofdingangen, maar er is er slechts een als zodanig herkenbaar: de oorspronkelijke voordeur in het linkergedeelte. De tweede voordeur is verwerkt in een grote schuurdeur, die is voorzien van witte raamkozijntjes.
In de negentiende eeuw staat Janus van Abeelen, woonachtig in de grote boerderij aan het Raadhuisplein, in Liempde bekend als ‘de wonderdokter’. In zijn grote tuin langs de boerderij groeien veel planten, struiken en kruiden. Tijdens de Eerste Wereldoorlog biedt familie Van Abeelen onderdak aan een Indische dokter. Die zit vaak in boeken te snuffelen vol geneeskrachtige kruiden. Wanneer Mieke, een zus van Janus, een aanval van astma krijgt, kookt de dokter een kruidenmengsel dat hij Mieke laat drinken. Ze knapt direct op. Janus is onder de indruk en leert van de dokter veel over geneeskrachtige planten en kruiden. In de herd van zijn voorhuis richt hij een wacht- en spreekkamer in. Hij heeft veel klandizie. Mensen uit de hele omgeving komen naar de Liempdse wonderdokter. Janus hoort de klachten aan en heeft overal een middel voor: van gekookte vlierbladeren tegen aambeien, tot brandnetelwortel tegen haaruitval en wegetree of klaverbloemen tegen oogontsteking.
Het pand wordt op dit moment bewoond door twee families. Deze kunnen samen goed door een deur. Deze eensgezindheid is zichtbaar op het voorerf van de boerderij. De dertig meter lange gevel verraad nauwelijks dat er twee woonhuizen achter schuil gaan.
De oorspronkelijke indeling van de boerderij is niet bewaard gebleven. In het voorhuis zijn alleen de opkamer en de kelder nog origineel. Typisch voor de streek is het half rieten, half pannendak, met negen rijen pannen aan de voorkant en elf rijen aan de achterkant.
De ‘hooitas’ is het traditionele einde van een langgevelboerderij. In de gevel van dit huis zijn de sleuven nog zichtbaar, die ooit zijn aangebracht ter ventilatie van het hooi.
Het pand wordt op dit moment bewoond door twee families. Deze kunnen samen goed door een deur. Deze eensgezindheid is zichtbaar op het voorerf van de boerderij. De dertig meter lange gevel verraad nauwelijks dat er twee woonhuizen achter schuil gaan.
De oorspronkelijke indeling van de boerderij is niet bewaard gebleven. In het voorhuis zijn alleen de opkamer en de kelder nog origineel. Typisch voor de streek is het half rieten, half pannendak, met negen rijen pannen aan de voorkant en elf rijen aan de achterkant.
De ‘hooitas’ is het traditionele einde van een langgevelboerderij. In de gevel van dit huis zijn de sleuven nog zichtbaar, die ooit zijn aangebracht ter ventilatie van het hooi.
- Historische boerderijen in Brabant. Redactie: Huub Oome. Boerderijenstichting Noord-Brabant, 1999. ISBN 90-66570-71-7.
- Marinus.Stichting Kèk Liemt, 1993.